Skip to main content

De Wet van de Medemenselijkheid deel 4: de draai van de rechter

Mijn laatste bijdrage in de serie “de Wet van de Medemenselijkheid” beschrijft kort de zitting waarin ik me moest verdedigen voor het voorschrijven van ivermectine en mijn verweer daarin. In deze zaak ging het niet om de vraag of ivermectine werkzaam is. Het ging alleen over de vraag of ik mij gehouden heb aan een wetsartikel dat gaat over het voorschrijven van offlabel geneesmiddelen. 

Dat artikel beschrijft aan welke voorwaarde een arts daarbij moet voldoen. Zo moet er een protocol zijn. Het mag ook een protocol zijn dat nog ontwikkeld wordt: dan moet er overlegd worden met een apotheker: check. Het protocol moet ook ontwikkeld zijn door een beroepsgroep: check. De rechtszaak ging dan ook voornamelijk over de interpretatie van één enkel artikel (nummer 68 om precies te zijn) uit de Geneesmiddelenwet  Bijvoorbeeld: wat is nou precies een beroepsgroep? Moet die uit 10 personen bestaan, uit 100 of uit meer? Je moet ervoor in de Dikke van Dale duiken, want de wet zegt daar niets over. En als je overlegt met de apotheker via een speciaal daarvoor ontwikkelde app, geldt dat dan als overleg? Moet je bellen? Of wellicht bij hem op de koffie? Staat niet in de wet. En trouwens, dat protocol, moet dat per se uit Nederland komen? Of mogen we ook kennis uitwisselen met experts uit het buitenland? De wet geeft geen antwoord.  Kortom: dit was juridisch getrouwtrek op de vierkante nanometer. Leuk voor juristen, die met 3 man sterk 10 weken lang mochten soebatten over de interpretatie van dit artikel. Maar als je als patiënt ziek bent, niet opgenomen wilt worden, maar wel een goed onderzocht en extreem veilig middel wilt beproeven, dan heb je niet zoveel aan een dokter die 2,5 maand nodig heeft om eerst in woorden- en wetboek te neuzelen. Dan wil je een daadkrachtige arts die knopen doorhakt en je helpt. Die er jouw belang voorop stelt en zich niet verschuilt achter regeltjes die nog nooit eerder werden toegepast. 

Aan ivermectine is geen cent te verdienen. Logisch dus dat geen enkele fabrikant geld en moeite steekt in een registratie: en dan is het dus offlabel. Dat zegt totaal niets over de effectiviteit of veiligheid van een middel. En dat het veilig is, dat hebben miljarden doses wereldwijd ruimschoots bewezen. Veel veiliger kun je het niet krijgen. Toch werd het streng verboden, en dat terwijl maar liefst de helft (!) van alle recepten in ons land off label voorschriften betreft. Wordt hier altijd overlegd met de apotheker? Natuurlijk niet. Die zou gillend gek worden. Wordt hier dan altijd tegen opgetreden? Welnee. Dat is zelfs nog nooit gebeurd! Ook niet als het ging om veel riskantere middelen dan ivermectine. Volgt u het nog? Ik eerlijk gezegd niet meer.

Ik had goede hoop op de afloop. De rechter begreep mijn argumenten en leek op mijn hand. De verdediging was slecht voorbereid, kon op veel vragen geen antwoord geven en maakte de indruk er zelf eigenlijk ook niet zo in te geloven. Iedereen die de zaak bijwoonde, vriend en ‘vijand’ die mijn verweer las, oordeelde: dit kan alleen maar tot vrijspraak leiden. Bovendien was er al 2x tevoren in een identieke zaak vrijspraak verleend, waarvan de laatse zelfs nog maar 2 maanden tevoren bij nota bene dezelfde rechtbank. Het was dus eigenlijk een inkoppertje.  Want leven immers in een rechtsstaat?

En toen kwam het vonnis: de boete blijft staan. Verbouwereerd waren we: dit klopte totáál niet met wat we in de rechtszaal hadden gezien en gehoord.  De rechtbank zei zelf hier het volgende over: “De rechtbank realiseert zich dat ze hiermee anders oordeelt dan in de zaak van februari jongstleden”.

Okee, denk je dan, dan lees ik snel verder voor een nadere toelichting. Maar wie wil weten wat dan wel de reden is van die 180 graden draai komt bedrogen uit, want het blijft bij die constatering van de rechter – zonder ook maar enige uitleg. 

Er is een principe in de wet dat inhoudt dat je iemand pas een straf mag opleggen als hij tevoren duidelijk kon weten dat hij die wet heeft overtreden. Er mag daarom geen onduidelijkheid zijn over wat de wet bedoelt. Is die onduidelijkheid er wel, dan mag er geen straf volgen. In dit geval was er twee keer vrijspraak bij exact dezelfde tenlastelegging. Vervolgens waren 3 rechters er na 6 weken nog steeds niet uit en lieten ze weten dat ze nog eens 5 weken extra nodig hadden. Kennelijk is de wet hier wel heel erg onduidelijk…

Een week of 2 geleden las ik een artikel in een nascholing voor huisartsen en geloofde mijn ogen niet. Het ging over Ozempic, een middel tegen suikerziekte. Het middel is nieuw en we hebben nog geen goed beeld van de bijwerkingen en veiligheid. Maar het wordt nu al heel veel offlabel (!)  gebruikt om af te vallen. Zoveel zelfs, dat er een tekort is voor de mensen die het nodig hebben voor de behandeling van hun suikerziekte. En wat zegt de overheid? “We zien geen reden om hiertegen op te treden”. 

Wie hier nog de logica van snapt, mag het zeggen: Kafka had het niet absurder kunnen bedenken. Het spreekt vanzelf dat we in hoger beroep gaan, want dit vonnis is totaal niet uit te leggen en het is zelfs de vraag of dit van de rechters komt, of dat zij van hogerhand zijn aangestuurd. 

Na  31 jaar werken als huisarts denk ik een klein beetje mensenkennis te hebben en ik ben er van overtuigd dat er minstens één rechter is, die zich uiterst ongemakkelijk voelt bij deze uitspraak.  Mogelijk leest hij dit stuk. En tegen hem zeg ik als medemens: ik ben teleurgesteld, maar ik ben niet boos en koester geen wrok. Want ik denk dat je onder enorme druk staat en nog niet in staat bent om daar weerstand aan te bieden. Maar ik vraag je: ga bij het diepst van je geweten te rade. Er komen nog meer kansen, er komen nog meer integere dokters voor je te staan. Zij bleven staan voor hun geweten. Hopelijk vind je inspiratie in degenen die je moet beoordelen. Kun je hen als voorbeeld zien? 

Eerder dit jaar onderzocht een commissie het overheidshandelen jegens haar burgers. Het vernietigende rapport daarover had de titel ’Blind voor mens en recht’. Daarin  stelt de commissie dat burgers vermorzeld worden door een inhumane overheid en dat de  rechtspraak zich hierin mee heeft laten sleuren. Laat dat eens goed tot je doordringen.

Ik ben ervan overtuigd dat we hier getuige zijn van zo’n situatie waarin de overheid, die nooit eerder optrad tegen off label recepten, er nu ineens met gestrekt been in gaat. Medisch gezien is dit totaal onverklaarbaar. Het gaat hier zonder enige twijfel om een politiek gemotiveerde ingreep, net zoals bij de zaak tegen de avondklok, waarbij er binnen 1,5 uur een hoger beroep diende: een totaal absurde en eigenlijk onmogelijke situatie die alleen verklaard kan worden doordat rechters dwingend van hogerhand worden aangestuurd. Dat vonnis moest onmiddellijk gecorrigeerd worden. Daar kun je wel wat vragen bij stellen. Hoe vaak gebeurt dat eigenlijk? En wat betekent dat voor onze rechtsstaat?  

Bevel is bevel, en wee de dokter het belang van de patiënt laat prevaleren, die een andere keuze durft te maken dan door de overheid gewenst, nee, geëist wordt: die ongehoorzame schavuit moet zo hard mogelijk aangepakt worden. En dat geldt kennelijk ook voor de rechter die niet het ‘juiste’ vonnis velt. 

Maar wij buigen niet. Deze groep dappere collega’s blijft staan voor de menselijke benadering. Voor ons past een  patiënt niet per definitie in het keurslijf van een protocol. Wij luisteren echt naar de patiënt, we houden rekening met de gehele mens en diens omstandigheden en we handelen zoals we dat ooit beloofd hebben met niets anders voor ogen dan het belang van de patient. En dat blijven we doen: geen dreiging, geen boete en geen rechter zal ons daarvan weerhouden. Wij houden ons aan de Wet van de Medemenselijkheid.

En ik eindig dit stuk met de vraag uit mijn pleidooi voor de rechters: 

“Wat voor dokter zou u aan uw bed willen als u zelf ziek was? Wilt u een arts die u vooral ziet als een juridisch risico, die strikt de regeltjes volgt en die u, uit angst voor gedoe, desnoods letterlijk laat stikken? 

Of heeft u liever een echte, menselijke dokter, die u in de eerste plaats ziet als mens in nood en die vanuit medemenselijkheid alles op alles zet om u te helpen?”  

De vraag stellen is hem beantwoorden. De rechters keken wel uit om het eerlijke antwoord te geven.  Hopelijk inspireren wij vele collega’s om kritisch te blijven denken en te handelen naar hun geweten. Het is nodig. 

Naschrift:

Dit is een ongelijke strijd. Anders dan wij heeft de minister namelijk ongelimiteerde financiele middelen om te procederen. Hij kan eindeloos graaien in de belastingpot: in feite financieren u en ik dus deze bizarre rechtsgang. Wij zijn enorm dankbaar dat velen ons financieel gesteund hebben: dankzij die hulp konden wij de strijd voortzetten. Helaas raakt de bodem in zicht. Daarom doe ik een beroep op ieder die ons wil  steunen om een donatie te storten ten behoeve van de juridische strijd van de dokters die hun nek uitgestoken hebben om hun patienten te helpen. 

De financiering loopt via Het Nederlands Tele Artsen Genootschap: dat betaalt de kosten van de artsen die bleven staan voor hun eed. Als u ons wilt en kunt steunen dan kunnen en zullen wij doorgaan. Dat kunt u doen door uw bijdrage over te maken naar 

NL49 INGB 0675 3804 56 tnv Vereniging Nederlands Teleartsen Genootschap, ovv “Juridische kosten”

U kunt ook gebruik maken van de link onder aan deze pagina.

Vanzelfsprekend helpt u ons zeer wanneer u dit bericht deelt!

Wij zijn dankbaar voor alle steun. Ook tegen degenen die geen bijdrage kunnen missen maar ons wel in woord en gebaar steunden zeggen wij: heel veel dank daarvoor. Het doet meer met ons dan u wellicht vermoedt. 

BlogdoⒸ

Pleidooi voor onderzoek oversterfte raakt achilleshiel

Vorige week was er veel aandacht voor een artikel in BMJ Health waarin artsen en onderzoekers van het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam en het Máxima Medisch Centrum in Utrecht aandacht vroegen voor de aanhoudende oversterfte. In het artikel werd bepleit om grondig onderzoek te doen omdat er wereldwijd in enkele jaren miljoenen mensen door onverklaarde redenen gestorven zijn. De auteurs stellen dat ook een eventuele rol van de corona-vaccins daarbij dient te worden onderzocht. 

Meerdere mensen en organisaties en ook ondergetekende, vestigden de aandacht op dit stuk. De reacties hierop waren nogal heftig. Voorstanders van vaccins reageerden als door een wesp gestoken en buitelden over elkaar heen om het belang van het onderzoek, de onderzoekers en de mensen die erover schreven, onderuit te halen. Ik schrok wat van al die heftigheid en vroeg me af wat hier nou werkelijk gebeurde. Wat was er in deze mensen gevaren, dat er zo ontzettend heftig, vaak op de man, gereageerd moest worden? 

De kritiek was niet mals. De onderzoekers (met een uitstekende reputatie) zouden niet de vereiste deskundigheid hebben, de financiering klopte niet (in werkelijkheid waren er geen finaniele belangenverstrengelingen, dit in tegenstelling tot de situatie bij een aantal OMT leden en bij de vaccinpromotie). Het tijdschrift (onderdeel van de vermaarde BMJ groep) zou van laag allooi zijn, het onderzoek (dat uitgebreide peer review onderging) zou niet deugen. Ook persoonlijke en beledigende aanvallen ontbraken niet, hoewel ik ik weiger om op dat niveau te reageren. Ik zou slechts iets overgeschreven hebben, ik  ben geen statisticus (dat laatste klopt, maar moet je statisticus zijn om je zorgen te maken over oversterfte? Of mag je dat als mens ook doen?) en dit soort berichten zou zelfs gecensureerd moeten worden. Kortom: geen middel werd onbenut gelaten om alles onderuit te halen. Kennelijk was hier een heel gevoelige plek geraakt. 

Wat er gebeurde had vooral iets triests. Het ging veel verder dan de discussie over de kwaliteit van het onderzoek. Het fascineerde me hoe mensen zich jegens elkaar verharden als er een visie wordt gepresenteerd die men onwelgevallig acht. Dat laatste hebben we de laatste jaren natuurlijk al veel vaker gezien: censuur en het isoleren van meningen die ongewenst waren, is inmiddels aan de orde van de dag. Met de term ‘desinformatie’ kun je selectief meningen onderdrukken, waarbij de machtigsten bepalen wat wel en niet onder die term valt, zodat hun visie altijd dominant blijft. Het beschermen van bestaande belangen is dan kennelijk belangrijker dan een open debat. 

Het pleidooi voor een open onderzoek naar de oversterfte valt dus kennelijk niet goed. 

Toch hebben de onderzoekers slechts feiten gepresenteerd, hun bronnen vermeld en bepleit dat de ongekende oversterfte een grondig onderzoek verdient, waarbij ook de vaccins nadrukkelijk als factor meegewogen moeten worden. Ik zie werkelijk niet wat hier mis mee kan zijn. Je stelt iets vast en probeert het te begrijpen. Als de correlatie er na een goed, eerlijk en transparant onderzoek niet blijkt te zijn, dan is dat duidelijk en is iedereen gerust. 

Het waren echter juist die transparantie en eerlijkheid die totaal ontbraken in het debat: de farmaceutische industrie staat al jaren bekend als notoir onbetrouwbaar, de geneesmiddelautoriteit EMA wordt voor het overgrote deel van haar budget betaald door de farmacie wier producten zij moet beoordelen en stapels WOO verzoeken toonden  overduidelijk aan dat binnen gremia als het OMT oneigenlijke belangenverstrengelingen speelden en dat de overheid ontransparant en leugenachtig te werk ging. Daarom is een pleidooi voor een open en eerlijk onderzoek zoals de BMJ onderzoekers dat doen, volstrekt legitiem en zelfs bittere noodzaak.

Onderzoekers die eerder dit verband wilden analyseren hadden de grootste moeite om de data te verkrijgen. Onder verwijzing naar privacyproblemen was dit vaak gewoon onmogelijk of onbetaalbaar. Maar privacy is geen issue: je hoeft immers slechts aantallen te hebben en geen namen. Het was duidelijk dat er andere redenen waren om gegevens achter te houden. Wat is er te verbergen? Wiens belangen moeten beschermd worden? In elk geval niet die van de overledenen en hun nabestaanden. 

Het achterhouden van data en frustreren van gericht onderzoek, zoals voorgesteld door gerenommeerde experts als prof. Ronald Meester en dr. Marc Jacobs, heeft exact dezelfde achtergrond als het krampachtig wegredeneren van de aanbevelingen van het BMJ onderzoek: het onderzoek mag niet gedaan worden, de optie van een mogelijk verband tussen oversterfte en vaccins mag zelfs niet genoemd worden. En aldus wordt de oversterfte het kind van de rekening: men maakt zich in de discussie aanzienlijk drukker om de status van het blad BMJ Health dan om de oversterfte zelf. 

Maar dat is wel waar het de onderzoekers om ging. Wat uiteindelijk de reden ook moge blijken te zijn: de oversterfte op zichzelf zou voor overheid en artsen al jaren geleden reden moeten zijn geweest om de alarmklok te luiden. Kennelijk was alles geoorloofd om het V-woord maar niet te hoeven noemen als mogelijke factor. 

Het zou mij in het geheel niet verbazen als de druk op de onderzoekers zodanig wordt opgevoerd dat zij hun onderzoek gaan intrekken. Dat is al heel vaak gebeurd met publicaties die tegen de haren van grote belangen in streken. Het zou onterecht zijn, want de auteurs doen geen enkele feitelijk onjuiste bewering. Zij uiten slechts hun zorgen. Het leed van miljoenen onverklaarde doden en hun nabestaanden vormen daartoe alle reden. Want wat zou de boodschap zijn van een intrekking van het artikel? Zoiets als “bij nader inzien vinden wij een onverklaarde oversterfte van 3 miljoen toch eigenlijk niet de moeite van het onderzoeken waard?”. Is dat dan geloofwaardiger?

Wie die oversterfte ter kennisgeving aannam en niet aan de bel trok, heeft, al dan niet bewust, weggekeken. Dat is zeker pijnlijk en het vergt lef om toe te geven dat de realiteit bepaald niet zo helder was als de overheid ons voorloog. Het zou ook een reden moeten zijn om de zorgen van de BMJ onderzoekers nadrukkelijk te ondersteunen. Het niet onder ogen hoeven zien van jarenlange eigen onverschilligheid mag natuurlijk nooit een reden zijn om dit onderzoek en de oprechte zorgen van de auteurs neer te sabelen. Dat is niet alleen totaal ongeloofwaardig, maar ook onethisch.

BlogdoⒸ

Vooraanstaand medisch vakblad pleit voor einde aan wegkijk-cultuur

Nederlandse onderzoekers schreven  in een van de meest vooraanstaande medische vakbladen een tot dusver ongekend kritisch artikel over de wereldwijd  aanhoudende oversterfte en de mogelijke relatie met de COVID-prikken. En passant kraken zij menig kritische noot over het beleid over de afgelopen jaren. Is dit een trendbreuk? En wat is de betekenis van dit artikel? 

Inmiddels zijn we ruim 4 jaar na het begin van het COVID-19 tijdperk. Velen laten deze in veel opzichten pijnlijke periode het liefst achter zich zonder er nog veel woorden aan vuil te maken. In die vier jaren hebben politici en beleidsmakers geen gelegenheid onbenut gelaten om het publiek te overspoelen met dramatische verhalen over de ernst van de ziekte. Ze wisten zich te verzekeren van de steun van vele wetenschappers en medici, waarvan velen achteraf financiele belangen bleken te hebben bij de farmaceutische industrie. Bekende Nederlanders lieten zich, doorgaans niet gehinderd door kennis van zaken, tegen lucratieve vergoedingen inzetten om maatregelen en prikken te promoten, een opmerkelijke breuk met het normale beleid om geen op het publieksreclame voor geneesmiddelen te maken. 

Critici waren er ook. Niet alleen onder het algemene publiek, maar ook onder wetenschappers en medici waren er mensen die twijfels hadden bij de interpretatie van de gepresenteerde gegevens, zoals het ArtsenCollectief. Onder deze groep waren er juist geen financiele of andere belangen. Integendeel: zij ondervonden uitgebreide beperkingen waaronder censuur en verbanning van nagenoeg alle media en, soms zelfs persoonsgerichte actieve tegenwerking vanuit de politiek waardoor velen zich genoodzaakt voelden om hun bijdragen anoniem te leveren. Zelfs de inzet van inlichtingendiensten werd niet geschuwd, als betrof het staatsgevaarlijke individuen. Deze framing was vaak succesvol: kritische artsen en wetenschappers werden vaak met succes geportretteerd als ongeloofwaardig of onwetenschappelijk. En dat terwijl grote wetenschappelijke ontwikkelingen van oudsher niet zelden juist voortkwamen uit het stellen van kritische vragen.  

Inmiddels lijkt deze trend te gaan keren. In een recent peer reviewed artikel in het Britisch Medical Journal (BMJ) , een van de meest gerenommeerde medische vaktijdschriften ter wereld, kraken enkele Nederlandse onderzoekers kritische noten over de inmiddels jarenlang aanhoudende oversterte, de effecten van niet-farmacologische maatregelen, de prikken en de wetenschappelijke onderbouwing van het officiele verhaal. Wie de moeite neemt om het her en der vrij technisch geschreven artikel goed te lezen schrikt zich werkelijk een hoedje. BInnen de doelgroep zullen kritische artsen zich eindelijk. En wie tot dusver wegkeek en er het zwijgen toe deed, voelt zich nu vermoedelijk uiterst ongemakkelijk. Want dit stuk liegt er niet om.  

De auteurs van het artikel in het BMJ hanteren een beproefde methode voor het bepalen van de oversterfte waarbij zij zich baseren op de offciele data van Our World in Data en een model hanteren dat corrigeert voor tal van mogelijk verstorende factoren. Als referentieperiode  gebruikten zij de sterfte aan alle oorzaken van 2015 tot 2019.

In meer dan 40 landen werd aldus de oversterfte berekend. In totaal was er in 2020 tot en met 2022 sprake van niet minder dan 3.098.456 extra onverklaarde doden (!) met een piek in 2021, het jaar waarin de vaccins geintroduceerd werden:  in dag jaar bedroeg de onverklaarde oversterfte maar liefst 1.256.942. In Duitsland viel de start van de oversterfte samen met de introductie van de prikken. 

Overheden wereldwijd waren opvallend eensgezind in hun dramatische schildering van de COVID- ramp. Al snel echter bleek dat de sterftekans bij infectie (de IFR ratio, wie kent hem inmiddels niet) met 3,4% veel te hoog was ingeschat. De wereld ging massaal mee in de paniek en en dat bleef zo, ook al bleek vrij korte tijd bleek dat deze cijfers fors naar beneden bijgesteld konden worden. Maar kort nadien moest bleek dat de IFR maar liefst 22 keer zo lag was. Voor mensen tot 60 jaar was het risico nog lager en bedroeg het zelfs niet meer dan 0.03%. Maar de toon was gezet, de angst gezaaid. “Follow the science” was het officiele devies en het merendeel van het volk volgde slaafs de ene na de andere maatregel waarvan, zo schrijven ook de auteurs in het artikel, de wetenschappelijke onderbouwing tot op de dag van vandaag  nog altijd ontbreekt. De enigen die niet meededen waren eigenwijze mensen. En ministers natuurlijk, die ook wel beter wisten en hun trouwfeestjes en andere bijeenkomsten echt niet door die flauwekul lieten bederven. 

Het is eind 2020 als Pfizer een studie presenteert waarin zij haar vaccin heeft getest en jubelend meldt dat de prik maar liefst 95% bescherming biedt. Maar waartegen precies? Gesuggereerd wordt dat men heeft onderzocht of de prik beschermt tegen ernstige ziekte en sterfte. Dat is echter in het geheel niet het geval. Maar dat ontgaat de meeste mensen en ook de media zwijgen hierover.  Ook talloze artsen lezen het onderzoek niet kritisch door en hebben dan ook niet in de gaten dat er in werkelijkheid slechts getest is op het ontstaan van een verkoudheid of grieperig beeld. De werkelijke afname van risico door de prik voor iemand die zich liet prikken was niet meer dan een schamele 0.88%. Vele critici wezen daar al op, maar werden met hoon en censuur van de media geweerd, want die boodschap was even waar als onwelkom en de prikken werden massaal uitgerold. Wie bedenkingen had was gek en werd, op basis van bewuste misinformatie vanuit de overheid, als asociaal betiteld. Dit en meer wordt nu met zoveel  woorden bevestigd in een artikel in het zeer vooraanstaande artsen vakblad British Medical Journal. 

Opvallend is dat er in de COVID-periode dagelijks dashboards in de media verschenen waarbij elke dode werd gerekend. Maar toen de oversterfte niet meer kon worden toegeschreven aan COVID, en evenmin op een andere geloofwaardige manier kon worden verklaard, was het ineens oorverdovend stil. Geen dashboards meer, geen aandacht voor de ontelbare levens die plots om onverklaarde redenen verloren gingen. Statistici die bij herhaling vroegen om gegevens om zeker te stellen dat dat enorme aantal extra doden toch niet met de vaccins te maken had, kregen van overheidswege geen enkele medewerking. Vragen van politici die hiervoor aandacht vroegen werden domweg genegeerd. Het valt bijzonder moeilijk om hier geen uiterst onbetamelijk gebrek aan respect voor de vele doden in te herkennen.

De auteurs van het artikel wijzen er op dat het aantal ernstige bijwerkingen van de prikken aanzienlijk was, varierend van 6% (Moderna) tot zelfs 36% bij het veelgebruikte Pfizer vaccin. En dan gaat het niet om spierpijn of een dagje verhoging, maar om ernstige bijwerkingen die ziekenhuisopname, invaliditeit of zelfs overlijden tot gevolg hebben. Als mensen zich met dergelijke complicaties bij hun arts melden, worden deze vaak niet als zodanig herkend: hartinfarcten, beroertes en thromboses kwamen immers altijd al voor, waardoor de toename van een paar procent geheel ten onrechte geen argwaan wekt, zo schrijven de auteurs. Hieraan zou ik uit eigen ervaring  willen toevoegen, dat veel artsen gewoon liever wegkeken, want een dokter die het waagde om te opperen dat er mogelijk een vaccinatie bijwerking in het spel was, werd al snel voor gek verklaard. Zeker binnen de behoudende medische wereld is de tolerantie voor andere visies helaas gering gebleken, wat voor een zich wetenschappelijk noemende beroepsgroep natuurlijk bijzonder vreemd is. 

Voor kinderen tot 16 jaar was de sterftekans na infectie met 0.0003% nog veel lager: zij liepen in de praktijk dus vrjiwel geen risico – maar ook voor hen werd de experimentele prik om onbegrijpelijke redenen van overheidswege aanbevolen. Dat er voor deze leeftijdsgroep nog nagenoeg geen veiligheidsgegevens bekend waren, deerde kennelijk niet. Dat had, mede gezien het bovenstaande, natuurlijk reden moeten zijn om uit alle macht op de rem te gaan staan bij het prikken van deze leeftijdscategorie. Zelfs onze nationale vereniging van kinderartsen hulde zich massaal in stilzwijgen en faalde aldus compleet in haar functie als hoeder van de gezondheid van kinderen – sterker nog:  hun voorzitter betoonde zich een schaamteloos voorstander van de prikken. Onwetenschappelijker kun je het echt niet bedenken. 

Het artikel in het British Medical Journal, dat zich vooral richt op de oversterfte in de Westerse wereld, is ronduit kritisch op vele aspecten van het officiele COVID-19 verhaal.

De enorme onderrapportage van bijwerkingen, de onduidelijkheid over de balans tussen nut en nadeel, de discussie of de ‘vaccins’ niet gewoon neerkomen op gentherapie, de grote verschillen in bijwerkingen tussen de verschillende vaccin-’batches’ en het feit dat er nog altijd nauwelijks lijkschouw plaatsvindt na onverklaard overlijden: het wordt allemaal benoemd en wie dit alles op een rijtje ziet staan, kan niet anders concluderen dan dat er -op zijn zachtst gezegd-  heel onzorgvuldig te werk gegaan is bij het onderzoeken, introduceren, het met grote druk promoten van de prikken en dat er nadien vooral weggekeken is voor de mogelijke schade die hierdoor is veroorzaakt. 

Het feit dat een dergelijk kritisch stuk nu verschijnt in een mainstream medisch vakblad van grote reputatie is niet alleen een verademing, maar ook een breuk met het verleden waarin doorgaans vooral artikelen werden toegelaten die het officiele verhaal trouw volgden.  Velen van ons hebben inmiddels ervaren dat het publiceren van kritische stukken ook in medische vakbladen om soms onbegrijpelijke redenen nagenoeg onmogelijk wordt gemaakt, maar deze onderzoekers is het dan toch gelukt, en wel in het prestigieuze BMJ. 

We mogen slechts hopen dat dit het begin is van meer openheid en erkenning van de minderheid die op basis van hun intuitie of met wetenschappelijk onderbouwde argumenten bleven waarschuwen dat het verhaal niet klopte – en die daarvoor niet zelden een hoge prijs betaalden in de vorm van ridiculisering, censuur, sociale en professionele isolatie en meer. Erkenning voor hen is op zijn plaats en nodig. Maar meer nog is uitputtend onderzoek nodig als erkenning voor de vele mensen die ernstige schade ondervonden en voor de miljoenen die stierven om redenen die onverklaard bleven, maar waarvan de verdachte oorzaak toch steeds meer vorm lijkt te krijgen. 

Met dit soort gedegen onderzoeken is wegkijken -eindelijk- geen optie meer.

Blogdoⓒ

De Wet van de Medemenselijkheid, deel 3: de rechtszaak

Afgelopen donderdag was het dan eindelijk zover. Bijna 2 jaar nadat de brief van de inspectie op de mat viel stond ik voor maar liefst 3 rechters en een jurist van het ministerie. Voor mijn gevoel ging het goed.

Allereerst en vooral: dat laatste is mede te danken aan de enorme support die ik op allerlei manieren heb ondervonden. Heel, heel veel dank aan allen die mij zo massaal steunden. De waarde daarvan kan nauwelijks overschat worden! 

Hieronder geef ik een korte samenvatting van de rechtszitting. Tevens leest u hier de tekst van mijn verweerschrift. We zagen hoe dat indruk maakte op de rechters. Wie het verweer leest kan naar mijn idee niet anders concluderen dan dat hier -opnieuw- vrijspraak moet volgen.

Wat vooraf ging is te lezen in deel 1 en deel 2 van De Wet van de Medemenselijkheid, waarin ik beschreef hoe ál te rigide regels een behandeling vanuit medemenselijkheid in de weg kunnen zitten. 

Echt moeilijk werd het me niet gemaakt. Inmiddels heb ik ervaren dat dat ook bijna niet anders kan als je vanuit je geweten handelt en spreekt. Mijn opponent was een  jonge jurist die daar zat namens de minister. Hij had het moeilijk, raakte regelmatig verstrikt in de vragen van de rechter en leek eigenlijk zelf niet zo te geloven in zijn opdracht. Ik zag hem stuntelen – en voelde mededogen.  De mens zien in je opponent: ook dat is medemenselijkheid.

Ter verdediging heb ik een verweerschrift geschreven, dat niet op film mocht worden vastgelegd, maar hieronder te lezen is. Na voorlezing daarvan was het muisstil in de zaal en we zagen ook dat de boodschap goed binnen kwam bij de rechters. Uitspraak 6 weken na de zittingsdatum, dus naar verwachting in de eerste helft van juni.


Verweerschrift huisarts Jan Vingerhoets voor de Meervoudige Kamer
van de rechtbank in Breda, 25 april 2024

“Geachte rechters,

Ik zou mijn betoog willen beginnen met de volgende vraag aan u: 

Wat voor dokter zou u zelf aan uw bed willen als u zelf ziek was? Iemand die in u vooral een juridisch risico ziet, die strikt de regeltjes volgt en die u, uit angst voor boetes en gedoe, desnoods letterlijk laat stikken? 

Of liever een echte, menselijke dokter, die u in de eerste plaats ziet als mens in nood en vanuit medemenselijkheid alles op alles zet om u te helpen?

We praten hier over de exacte interpretatie van een wetsartikel. Over juridisch gesteggel op de vierkante nanometer. Maar misschien zou het eens wat meer moeten gaan over ethiek, over compassie, over medemenselijkheid. 

Ik sta hier voor de rechtbank omdat ik mij bij een aantal voorschriften voor ivermectine niet zou hebben gehouden aan de richtlijnen.  Richtlijnen zijn lijnen waarlangs men zijn beleid kan richten. Het zijn geen rode lijnen die onder geen enkele omstandigheid overschreden mogen worden. 

Juist daarom heeft de Hoge Raad al jaren geleden  geoordeeld dat een arts zo nodig van de richtlijnen mag en soms zelfs moet afwijken als hij dat in een specifiek geval in het belang van de patiënt acht. 

Regels onnadenkend toepassen houdt in dat je je eigen verantwoordelijkheid inruilt voor handelen gericht op een standaard situatie. Maar als ik een patiënt behandel, dan zie ik geen standaard patiënt, maar  een uniek mens. 

De inspectie verwijt mij dat ik in een aantal gevallen het middel ivermectine off label heb voorgeschreven.  

Gesuggereerd wordt dat dit ongebruikelijk is, maar niets is minder waar: de realiteit is dat maar liefst de helft van de in Nederland voorgeschreven recepten off label medicatie betreft, zoals de minister zelf in antwoord op Kamervragen heeft toegegeven. 

Ik noem bijvoorbeeld het middel quetiapine, dat zeer veelvuldig als slaapmiddel wordt voorgeschreven maar ernstige bijwerkingen kan hebben en de richtlijnen wordt afgeraden. 

Ik noem ook het middel remdesivir, waarmee mensen met COVID 19 wel mochten worden behandeld. Het was  een nieuw middel waarmee geen ervaring was en dat risico’s met zich meebracht. Op de dag dat de WHO in haar rapport het gebruik van dit middel expliciet afraadde, reageerden ambtenaren bij WVS, en ik citeer: “het is aan de arts om te bepalen hoe medicijnen worden gebruikt”.

Dat is wel heel wrang, want dat is precies wat wij als aangeklaagde artsen deden. 

Als voorbeeld van off label voorschriften mogen de corona vaccins niet onvermeld blijven, waarvan de EMA schriftelijk bevestigde dat zij niet zijn geregistreerd voor het voorkómen van besmetting. Toch werden ze, nota bene door de toenmalige minister, gepromoot met de slogan ‘je doet het voor een ander’.

 ‘Follow the science’ werd ons voorgehouden. Maar hier werd de wetenschap niet gevolgd, maar juist met voeten getreden. Want de minister wist heel goed dat hij loog zoals expliciet bleek uit een mail van 9 december 2020 die via WOO verzoeken openbaar geworden is. 

Als iemand zich hier voor de  rechtbank zou moeten verantwoorden dan zou het een liegende minister moeten zijn, en niet een groep integere artsen die geen enkel  ander doel hadden dan hun patiënten te helpen. Het is de wereld op zijn kop. 

En wat te denken van het middel Ozempic, geregistreerd voor diabetes, maar off label voorgeschreven voor gewichtsreductie op een zodanig grote schaal dat er een tekort ontstond voor diabetespatienten. Voor dit middel wordt zelfs onverholen publieksreclame gemaakt. Nooit trad de Inspectie op tegen het off label gebruik van deze middelen of van welk ander middel dan ook. Maar bij het onschuldige ivermectine stond zij ineens op haar achterste benen. Dat is medisch gezien volstrekt niet uit te leggen. 

Met rechtszekerheid of rechtsgelijkheid heeft dit alles natuurlijk niets, maar dan ook niets te maken. En ik vraag u: Is dit recht? Nee, natuurlijk niet, dit is zo krom als een hoepel. 

Edelachtbare rechters,  de voorbeelden die ik zojuist noemde betreffen stuk voor stuk off label gebruik en in het geval van de prikken betreft het zelfs off label gebruik dat van overheidswege met aan dwang grenzende drang is gepromoot en opgedrongen. Onze minister suggereerde zelfs dat je zonder vaccin geen recht had op een IC bed, want de zorg stond onder druk. 

Ondertussen werden integere dokters beboet, artsen die de zorg juist ontlastten en die IC opnames voorkwamen. Die geen ander doel nastreefden dan hun patienten te helpen met middelen waarvan het veiligheidsprofiel volstrekt niet ter discussie staat. 

De inspectie heeft ons het hemd van het lijf gevraagd – maar één vraag werd nooit gesteld en dat is de vraag: “hoe ging het nu eigenlijk met de patiënten die jullie hebben behandeld?”

Daarvoor heeft de inspectie tot op de dag van vandaag geen enkele belangstelling getoond, maar ik geef u toch het antwoord: al onze patiënten zijn genezen. 

En toch sta ik hier terecht. Waarom? Omdat ik mijn morele kompas niet te grabbel wenste te gooien. De artsen die dit dit deden handelden niet uit eigenbelang. Nee, juist wij waren degenen die het écht “voor een ander’ deden. 

Ik sta terecht voor het gebruik van een middel dat door de WHO is betiteld als een van de veiligste geneesmiddelen ter wereld. Een middel waarmee een enorme ervaring is van miljarden doses over een periode van tientallen jaren.

We wisten dát het werkte, we wisten zelfs hóe het werkte – en dat het veilig was. Wie een arts zonder inhoudelijke reden verbiedt om een dergelijk middel aan zijn zieke patiënt te geven vraagt van die dokter echt het onmogelijke. 

Door het handelen van de inspectie werd ik dan ook  geplaatst in een conflict van plichten: zou ik de wet volgen, dan liet ik de zieke in de steek. Zou ik de zieke helpen, dan dreigde vervolging. Maar ik heb een eed afgelegd en dat is bepaald geen loze belofte geweest. Als ik gedwongen word om te kiezen, dan kies ik voor het belang van de patiënt. 

Dokters die het waagden om voor hun patiënt te kiezen werden in het openbaar als kwakzalvers afgeschilderd door politici die hiermee een ultiem brevet van onbenul  afgaven.  

Wat is er toch in de politiek gevaren? 

Welnu, daar wil ik wel iets over zeggen. Recent is een rapport uitgebracht over het functioneren van de overheid in de afgelopen decennia. Onderzocht werd hoe vele jaren lang omgegaan werd met goedbedoelende mensen van wie op vaak zeer dubieuze gronden werd vermoed dat ze regels hadden overtreden. Het vernietigende rapport droeg een treffende titel: ’Blind voor mens en recht’. Het zal je maar gezegd worden. 

Dit rapport schetst een verbijsterend beeld van een overheid die elk gevoel van menselijkheid verloren is. Het ergste is,  zo stelt de commissie, dat zij niet lijkt te leren. 

Ik citeer: “het kan zo weer gebeuren”. 

Waarvan acte. Het gebeurt weer, en wel hier en nu. We zijn er op dit moment getuige van. Ditmaal worden integere artsen bewust geslachtofferd. Het is meer dan duidelijk dat de minister, en met hem de Inspectie die zich kritiekloos liet aansturen, ook hier blind was voor mens en recht.  

Het gaat hier om artsen die ondanks alle druk, hun verantwoordelijkheid niet inruilden voor rigide en onnadenkend handelen. Artsen die in tegenstelling tot de overheid níet blind waren voor de mens achter de patiënt. Van een arts mag niet, mag nooit verwacht worden dat hij zijn patiënt in de steek laat. Wij deden dan ook het enige wat een arts onder die omstandigheden kon doen: wij hielpen onze patiënten.

Nooit zullen weten hoeveel mensen onnodig zijn gestorven door de niet onderbouwde dreigingen van de minister, maar ik vrees dat het er velen zijn. Na de vorige zitting kreeg ik duizenden kaarten en brieven met steunbetuigingen. Daaronder ook een van een moeder van een nog jonge man die zijn leven in dienst van het land had gesteld en COVID 19 kreeg. Hij had heel graag een behandeling met ivermectine willen hebben maar het werd hem geweigerd. Hij heeft het helaas niet overleefd.

Zijn moeder stuurde mij een hartverscheurende brief waarin zij schrijft en ik citeer: “Ik heb wanhopig geprobeerd om het middel voorgeschreven te krijgen maar er was geen arts die het aandurfde uit angst voor de inspectie. Had ik toen maar geweten dat ik via u ivermectine had kunnen krijgen. Misschien had mijn kind dan nu nog geleefd“. 

Deze moeder is hier in de zaal aanwezig.

Wat het effect geweest zou zijn weten we niet. Maar dat haar zoon de kans niet eens kreeg om deze veilige behandeling te proberen is wat mij betreft onvergeeflijk. 

Ziedaar wat de inspectie teweeg gebracht heeft met deze volstrekt niet onderbouwde actie. 

En ik vraag u tot slot nogmaals:  

Wat voor dokter zou u aan uw bed willen als u zelf ernstig ziek was? Een arts die u uit angst en lafheid liever letterlijk laat stikken dan buiten de lijntjes te kleuren? 

Of een echte menselijke dokter, die vanuit zijn professionaliteit en medemenselijkheid alles op alles zet om u te helpen?

Geachte rechters, ik behoor tot de laatste categorie. Ik heb gehandeld uit oprechte compassie, zonder enig ander motief. Daar sta ik nog steeds volledig achter – en wel met een loepzuiver geweten. 

Als de wet zó onduidelijk is dat zelfs rechtsgeleerden daarover van mening verschillen, dan ben ik er snel uit: ik kies voor het belang van mijn patiënt. 

Dan geldt voor mij de Wet van de Medemenselijkheid. 

Een boete zou begrijpelijk zijn als ik een patiënt in steek gelaten zou hebben. Dat is precies wat de Inspectie van mij vroeg: om mijn patiënten een mogelijk effectieve behandeling te onthouden. Maar gezien de goede effecten van dit middel kon ik dat onmogelijk verantwoorden. 

Als uw rechtbank toch van mening is mij te moeten beboeten omdat ik mijn geweten volgde en mijn patiënten geholpen heb zoals elke dokter dat zou moeten doen dan zeg ik u, vrij naar een een befaamd theoloog: 

“Hier sta ik. Ik kan niet anders”

Dank voor uw aandacht.  “

Wilt u een directe link naar een pagina met alleen de tekst van het verweer? Klik dan hier.

De Wet van de Medemenselijkheid, deel 2

Anders dan de overheid waren wij niet blind voor mens of recht.

Anderhalf jaar geleden beschreef ik in De Wet van de Medemenselijkheid, deel 1 hoe ál te rigide regels een behandeling vanuit medemenselijkheid in de weg kunnen zitten.

De toenmalige minister voor (of was hij nou tegen?) Volksgezondheid ontstak in woede toen hij bemerkte dat er dokters waren die menselijke zorg boven de regels stelden. Hij gaf de Inspectie opdracht om hen zo hard mogelijk aan te pakken, want regels zijn regels, en ‘bevel is bevel’, luidde zo ongeveer zijn vertaling.

Ironisch genoeg  verscheen recent een onderzoeksrapport waarin het handelen van de overheid bij een vermeende overtreding van regels in de laatste decennia op genadeloze wijze werd gefileerd. Het rapport had de treffende titel ‘Blind voor mens en recht’.

Duidelijker en treffender kon een contrast tussen het ideaal van medemenselijkheid en de realiteit van het overheidshandelen haast niet verwoord worden.

Een overheid die jarenlang structureel blind is geweest voor mens en recht zou  na zo’n vernietigend rapport natuurlijk maar één ding kunnen doen. Zij zou met het diepe schaamrood op de wangen als de wiedeweerga een Wet van Medemenselijkheid moeten aannemen en zich vervolgens in al haar blinde voltalligheid met pek, veren en gezwinde spoed uit de voeten moeten maken om nooit weder te keren. Volgens mij was dat ook zo’n beetje de boodschap van de laatste verkiezingsuitslag – maar goed, dat is een onderwerp voor een andere column.

Het eerste deel van het stuk over medemenselijkheid ging over de rechtszaak die een aantal artsen, waaronder mijzelf, werd aangedaan omdat wij weigerden te buigen voor de immense druk van de inspectie, welke zich kritiekloos had laten misbruiken door de minister. Daarvoor is zij inmiddels door de rechter stevig op de vingers getikt. Het -onwettige-  doel van de inspectie was, zoals het vonnis zo treffend beschrijft, om ‘lastige’ artsen tot de orde te roepen. Dat laatste wil tot dusver niet zo vlotten, want een groepje dokters houdt hardnekkig vast aan de eed. En dat past kennelijk niet zo goed in de agenda die de minister in zijn hoofd had. Het kan zo eens tegen zitten.

Inmiddels zijn de eerste twee van deze groep artsen vrijgesproken. De boetes zijn vernietigd en de minister moet proceskosten betalen. Nou ja, eigenlijk moeten u en ik die betalen, want hiervoor wordt gewoon in de belastingpot gegraaid, net zoals dat gebeurt met de enorme boetes die de overheid opgelegd kreeg wegens het achterhouden van informatie na WOO verzoeken. De rechterlijke macht wordt door de overheid selectief ingezet: ‘lastige’ artsen die hun patiënten naar beste inzicht willen helpen krijgen een stevige boete, maar zelf negeert de overheid onwelgevallige  vonnissen.

Onwelgevallige artsen worden vervolgd en stevig beboet: onwelgevallige vonnissen daarentegen worden genegeerd: voor  de boetes die dit de overheid zelf oplevert laat zij de burgers opdraaien. Leuker kan de overheid het helaas niet maken, makkelijker wel.

Voor zichzelf dan, wel te verstaan.

Inmiddels zijn de eerste lastige dokters dus vrijgesproken en oordeelde de rechter dat niet die dokters fout zaten, maar de inspectie, die zich liet misbruiken als de verlengde arm van een wraakzuchtige minister. De uitspraken bieden hoop voor de artsen wier zaken nog moeten voorkomen.  Want de argumenten die tot vrijspraak leidden, gelden uiteraard voor ons. Welnu: aan het eind van deze maand word ik bij de rechtbank verwacht. Wat staat me te wachten?

De aanklacht gaat over het voorschrijven van een van de meest veilige middelen die we kennen. Het middel, waarmee we enorm veel ervaring hebben,  was niet geregistreerd voor COVID. Dat heet off label en dat gebeurt heel vaak. Bijvoorbeeld met vaccins, waarmee we nauwelijks ervaring hadden en die niet geregistreerd waren voor het voorkomen van overdracht  – maar die daarvoor wel werden aangeprezen (lees: opgedrongen. Dat was dus ook off label. Maar goed, dat mocht dan weer wel, dus ik raad u aan om niet te proberen hier ook maar enige logica in te zien).

De zaak zal behandeld worden door de Meervoudige Kamer: maar liefst 3 rechters gaan zich buigen over de vraag of ik de wet heb overtreden door dit off label voorschrijven.

U leest het goed: kennelijk vinden deze ervaren juristen de vraag dermate ingewikkeld dat ze zich er met zijn drieën over moeten buigen. Ze mogen er zelfs 12 weken over nadenken alvorens het vonnis gewezen hoeft te worden. Samen hebben ze dus maar liefst 36 weken bedenktijd.

Dat doet de wenkbrauwen toch even fronsen. Want als drie ervaren rechters zo ontzettend lang moeten nadenken over de vraag hoe de wet moet worden uitgelegd, hoe kan dan van een eenvoudige dokter, midden in een pandemie met zijn poten in de modder, verwacht worden dat hij die wet ter plekke binnen een kwartiertje op de juiste wijze interpreteert?

Ik geef u het antwoord: die dokter zit daar op de rand van het ziekbed echt niet met een 24-delige uitgave van het Wetboek op schoot. Welnee, die dokter praat met de patiënt, legt een hand op diens arm, leeft mee, denkt mee en kiest in samenspraak met de patiënt voor de behandeling die op dat moment, voor die patiënt, het beste lijkt. Hij zíet de patiënt en is, in schril contrast tot de overheid, niet blind voor diens nood. Medemenselijkheid noemen we zoiets. Ooit van gehoord, overheid?

Wie is er eigenlijk benadeeld door deze behandeling? Helemaal niemand, behalve dan vermoedelijk de vaccinproducent. Het zal me niet verbazen als Pfizer nog een claim bij ons gaat indienen wegens gederfde inkomsten.

Over drie weken zal ik aan die drie rechters gaan uitleggen wat het betekent als je de Wet van de Medemenselijkheid in de praktijk brengt. En dat het wel lijkt te gaan om off label recepten, maar dat de inspectie zich in werkelijkheid heeft laten misbruiken voor een heel ander doel. Zo dadelijk pak ik de pen ter hand en ga ik mijn verweer schrijven. Ik zal er een heel duidelijk stuk van maken, en dit verhaal wordt vervolgd. Net als ik.

Blogdoⓒ

Meld je aan om niets te missen

Mijn blogs verschijnen voorlopig nog op Linked in maar worden steeds sneller verwijderd. Wil je op de hoogte blijven als er nieuwe blogs verschijnen en ze hier teruglezen? Meld je dan aan en ik zorg dat je een bericht krijgt.