Skip to main content

Auteur: Jan Vingerhoets

Tekst van verweer voor de rechtbank, 25 april 2024

Geachte rechters, 

Ik zou mijn betoog willen beginnen met de volgende vraag aan u: 

Wat voor dokter zou u aan uw bed willen als u zelf ziek was? Iemand die in u vooral een juridisch risico ziet, die strikt de regeltjes volgt en die u, uit angst voor gedoe, desnoods letterlijk laat stikken? 

Of liever een echte, menselijke dokter, die u in de eerste plaats ziet als mens in nood en vanuit medemenselijkheid alles op alles zet om u te helpen?

We praten hier over de exacte interpretatie van een wetsartikel, juridische haarkloverij op de vierkante nanometer. Maar misschien zou het meer moeten gaan over ethiek, over compassie, over medemenselijkheid. 

Ik sta hier voor de rechtbank omdat ik mij bij een aantal voorschriften voor ivermectine niet zou hebben gehouden aan de richtlijnen. 

Richtlijnen zijn lijnen waarlangs men zijn beleid kan richten. Het zijn geen rode lijnen die onder geen enkele omstandigheid overschreden mogen worden. 

Juist daarom heeft de Hoge Raad al jaren geleden  geoordeeld dat een arts zo nodig van de richtlijnen mag en soms zelfs moet afwijken als hij dat in een specifiek geval in het belang van de patiënt acht. 

Regels onnadenkend toepassen houdt in dat je je eigen verantwoordelijkheid inruilt voor handelen gericht op een standaard situatie. Maar als ik een patiënt behandel, dan zie ik geen standaard patiënt. Dan zie ik een uniek mens. Een protocol is vaak een praktisch houvast, maar een al te rigide toepassing kan ervoor zorgen dat de mens achter de patiënt tussen de regels door valt. En ik weiger om mijn patiënt te laten vallen.  

De inspectie verwijt mij dat ik in een aantal gevallen het middel ivermectine off label heb voorgeschreven.  

Gesuggereerd wordt dat dit ongebruikelijk is, maar niets is minder waar: de realiteit is dat maar liefst de helft van de in Nederland voorgeschreven recepten off label medicatie betreft. 

Ik noem bijvoorbeeld het middel quetiapine, dat zeer veelvuldig als slaapmiddel wordt voorgeschreven maar ernstige bijwerkingen kan hebben en de richtlijnen wordt afgeraden. 

Ik noem ook het middel remdesivir, waarmee mensen met COVID 19 wel mochten worden behandeld. Het was  een nieuw middel waarmee geen ervaring was en dat risico’s met zich meebracht. Op de dag dat de WHO in haar rapport het gebruik van dit middel expliciet afraadde, reageerden ambtenaren bij WVS, en ik citeer: “het is aan de arts om te bepalen hoe medicijnen worden gebruikt”.

Dat is wel heel wrang, want dat is precies wat wij als aangeklaagde artsen deden. 

Als voorbeeld van off label voorschriften mogen de corona vaccins niet onvermeld blijven, waarvan de EMA schriftelijk bevestigde dat zij niet zijn geregistreerd voor het voorkómen van besmetting. Toch werden ze, nota bene door de toenmalige minister, gepromoot met de slogan ‘je doet het voor een ander’.

 ‘Follow the science’ werd ons voorgehouden. Maar hier werd de wetenschap niet gevolgd, maar juist met voeten getreden. Want de minister wist heel goed dat hij loog zoals expliciet bleek uit een mail van 9 december 2020 die via WOO verzoeken openbaar geworden is. 

Als iemand zich hier voor de  rechtbank zou moeten verantwoorden dan zou het een liegende minister moeten zijn, en niet een groep integere artsen die geen enkel  ander doel hadden dan hun patiënten te helpen. Het is de wereld op zijn kop. 

En wat te denken van het middel Ozempic, geregistreerd voor diabetes off label voorgeschreven voor gewichtsreductie op een zodanig grote schaal dat er een tekort ontstond voor diabetespatienten. Voor dit middel wordt zelfs onverholen publieksreclame gemaakt. Nooit trad de Inspectie op tegen het off label gebruik van deze middelen of van welk ander middel dan ook. Maar bij het onschuldige ivermectine stond zij ineens op haar achterste benen. Dat is medisch gezien volstrekt niet uit te leggen. 

Ik heb dit voorgelegd aan een expert, een hoogleraar in de geneesmiddelenveiligheid. Hij was heel duidelijk: “wat de reden voor deze aanklacht ook moge zijn, medisch is zij in elk geval niet”. Met rechtszekerheid of rechtsgelijkheid heeft dit alles natuurlijk niets, maar dan ook niets te maken. Dit geen recht: nee, dit is zo krom als een hoepel. 

Edelachtbare rechters,  de voorbeelden die ik zojuist noemde betreffen stuk voor stuk off label gebruik en in het geval van de prikken betreft het zelfs off label gebruik dat van overheidswege met aan dwang grenzende drang is gepromoot en opgedrongen. Onze minister suggereerde zelfs dat je zonder vaccin geen recht had op een IC bed, want de zorg stond onder druk. 

Ondertussen werden integere dokters beboet, artsen die de zorg juist ontlastten en die IC opnames voorkwamen. Die geen ander doel nastreefden dan hun patienten te helpen met middelen waarvan het veiligheidsprofiel volstrekt niet ter discussie staat. 

De inspectie heeft ons het hemd van het lijf gevraagd – maar één vraag werd nooit gesteld en dat is de vraag: “hoe ging het nu eigenlijk met de patiënten die jullie hebben behandeld?”

Daarvoor heeft de inspectie tot op de dag van vandaag geen enkele belangstelling getoond, maar ik geef u toch het antwoord:  wij boekten uitstekende resultaten. Al mijn patiënten zijn genezen

En toch sta ik hier terecht. Waarom? Omdat ik mijn morele kompas niet te grabbel wenste te gooien. De artsen die dit dit deden handelden niet uit eigenbelang. Nee, juist wij waren degenen die het écht “voor een ander’ deden. 

Ik sta terecht voor het gebruik van een middel dat door de WHO is betiteld als een van de veiligste geneesmiddelen ter wereld. Een middel waarmee een enorme ervaring is van miljarden doses over een periode van tientallen jaren.

We wisten dát het werkte, we wisten zelfs hóe het werkte – en dat het veilig was. Wie een arts zonder inhoudelijke reden verbiedt om een dergelijk middel aan zijn zieke patiënt te geven vraagt van die dokter echt het onmogelijke. 

Door het handelen van de inspectie werd ik dan ook  geplaatst in een conflict van plichten: zou ik de wet volgen, dan liet ik de zieke in de steek. Zou ik de zieke helpen, dan dreigde vervolging. Maar ik heb een eed afgelegd en dat is bepaald geen loze belofte geweest. Als ik gedwongen word om te kiezen, dan kies ik voor het belang van de patiënt. 

Maar dokters die het waagden om voor hun patiënt te kiezen werden in het openbaar als kwakzalvers afgeschilderd door politici die hiermee een ultiem brevet van onbegrip afgaven.  

Wat is er in de politiek gevaren? 

Welnu, daar wil ik wel iets over zeggen. Recent is een rapport uitgebracht over het functioneren van de overheid in de afgelopen decennia. Onderzocht werd hoe vele jaren lang omgegaan werd met goedbedoelende mensen van wie op vaak zeer dubieuze gronden werd vermoed dat ze regels hadden overtreden. Het vernietigende rapport droeg een treffende titel: ’Blind voor mens en recht’. Het zal je maar gezegd worden. 

Dit rapport schetst een verbijsterend beeld van een overheid die elk gevoel van menselijkheid verloren is. Het ergste is,  zo stelt de commissie, dat zij niet lijkt te leren. 

Ik citeer: “het kan zo weer gebeuren”. 

Waarvan acte. Het gebeurt weer, en wel hier en nu. We zijn er op dit moment getuige van. Ditmaal worden integere artsen bewust geslachtofferd. Het is meer dan duidelijk dat de minister, en met hem de Inspectie die zich kritiekloos liet aansturen, ook hier blind was voor mens en recht.  

Het gaat hier om artsen die ondanks alle druk, hun verantwoordelijkheid niet inruilden voor rigide en onnadenkend handelen. Artsen die in tegenstelling tot de overheid níet blind waren voor de mens achter de patiënt. Van een arts mag niet, mag nooit verwacht worden dat hij zijn patiënt in de steek laat. Wij deden dan ook het enige wat een arts onder die omstandigheden kon doen: wij hielpen onze patiënten.

Nooit zullen weten hoeveel mensen onnodig zijn gestorven door de niet onderbouwde dreigingen van de minister, maar ik vrees dat het er velen zijn. Na de vorige zitting kreeg ik duizenden kaarten en brieven met steunbetuigingen. Daaronder ook een van een moeder van een nog jonge man die zijn leven in dienst van het land had gesteld en COVID 19 kreeg. Hij had heel graag een behandeling met ivermectine willen hebben maar het werd hem geweigerd. Hij heeft het helaas niet overleefd.

Zijn moeder stuurde mij een hartverscheurende brief waarin zij schrijft en ik citeer: “Ik heb wanhopig geprobeerd om het middel voorgeschreven te krijgen maar er was geen arts die het aandurfde uit angst voor de inspectie. Had ik toen maar geweten dat ik via u ivermectine had kunnen krijgen. Misschien had mijn kind dan nu nog geleefd“. Deze moeder is hier in de zaal aanwezig. Ik heb groot respect voor haar moed. 

Wat het effect geweest zou zijn weten we niet. Maar dat haar zoon de kans niet eens kreeg om deze veilige behandeling te proberen is wat mij betreft onvergeeflijk. 

Ziedaar wat de inspectie teweeg gebracht heeft met deze volstrekt niet onderbouwde actie. 

En ik vraag u tot slot nogmaals:  

Wat voor dokter zou u aan uw bed willen als u zelf ernstig ziek was? Een arts die u uit angst en lafheid liever letterlijk laat stikken dan buiten de lijntjes te kleuren? 

Of een echte menselijke dokter, die vanuit zijn professionaliteit en medemenselijkheid alles op alles zet om u te helpen?

Geachte rechters, ik behoor tot de laatste categorie. Ik heb gehandeld uit oprechte compassie, zonder enig ander motief. Daar sta ik nog steeds volledig achter – en wel met een loepzuiver geweten. 

Als de wet zó onduidelijk is dat zelfs rechtsgeleerden daarover van mening verschillen, dan ben ik er snel uit: ik kies voor het belang van mijn patiënt. 

Dan geldt voor mij de Wet van de Medemenselijkheid. 

Een boete zou begrijpelijk zijn als ik een patiënt in steek gelaten zou hebben. Dat is precies wat de Inspectie van mij vroeg: om mijn patienten een mogelijk effectieve behandeling te onthouden. Maar gezien de goede effecten van dit middel kon ik dat 

onmogelijk verantwoorden. 

Als uw rechtbank toch van mening is mij te moeten beboeten omdat ik geweten volgde en mijn patienten geholpen heb zoals elke dokter dat zou moeten doen dan zeg ik u, vrij naar een een befaamd theoloog: 

“Hier sta ik. Ik kan niet anders”

Voor een kort verslag van de zitting, klik hier.

De Wet van de Medemenselijkheid, deel 3: de rechtszaak

Afgelopen donderdag was het dan eindelijk zover. Bijna 2 jaar nadat de brief van de inspectie op de mat viel stond ik voor maar liefst 3 rechters en een jurist van het ministerie. Voor mijn gevoel ging het goed.

Allereerst en vooral: dat laatste is mede te danken aan de enorme support die ik op allerlei manieren heb ondervonden. Heel, heel veel dank aan allen die mij zo massaal steunden. De waarde daarvan kan nauwelijks overschat worden! 

Hieronder geef ik een korte samenvatting van de rechtszitting. Tevens leest u hier de tekst van mijn verweerschrift. We zagen hoe dat indruk maakte op de rechters. Wie het verweer leest kan naar mijn idee niet anders concluderen dan dat hier -opnieuw- vrijspraak moet volgen.

Wat vooraf ging is te lezen in deel 1 en deel 2 van De Wet van de Medemenselijkheid, waarin ik beschreef hoe ál te rigide regels een behandeling vanuit medemenselijkheid in de weg kunnen zitten. 

Echt moeilijk werd het me niet gemaakt. Inmiddels heb ik ervaren dat dat ook bijna niet anders kan als je vanuit je geweten handelt en spreekt. Mijn opponent was een  jonge jurist die daar zat namens de minister. Hij had het moeilijk, raakte regelmatig verstrikt in de vragen van de rechter en leek eigenlijk zelf niet zo te geloven in zijn opdracht. Ik zag hem stuntelen – en voelde mededogen.  De mens zien in je opponent: ook dat is medemenselijkheid.

Ter verdediging heb ik een verweerschrift geschreven, dat niet op film mocht worden vastgelegd, maar hieronder te lezen is. Na voorlezing daarvan was het muisstil in de zaal en we zagen ook dat de boodschap goed binnen kwam bij de rechters. Uitspraak 6 weken na de zittingsdatum, dus naar verwachting in de eerste helft van juni.


Verweerschrift huisarts Jan Vingerhoets voor de Meervoudige Kamer
van de rechtbank in Breda, 25 april 2024

“Geachte rechters,

Ik zou mijn betoog willen beginnen met de volgende vraag aan u: 

Wat voor dokter zou u zelf aan uw bed willen als u zelf ziek was? Iemand die in u vooral een juridisch risico ziet, die strikt de regeltjes volgt en die u, uit angst voor boetes en gedoe, desnoods letterlijk laat stikken? 

Of liever een echte, menselijke dokter, die u in de eerste plaats ziet als mens in nood en vanuit medemenselijkheid alles op alles zet om u te helpen?

We praten hier over de exacte interpretatie van een wetsartikel. Over juridisch gesteggel op de vierkante nanometer. Maar misschien zou het eens wat meer moeten gaan over ethiek, over compassie, over medemenselijkheid. 

Ik sta hier voor de rechtbank omdat ik mij bij een aantal voorschriften voor ivermectine niet zou hebben gehouden aan de richtlijnen.  Richtlijnen zijn lijnen waarlangs men zijn beleid kan richten. Het zijn geen rode lijnen die onder geen enkele omstandigheid overschreden mogen worden. 

Juist daarom heeft de Hoge Raad al jaren geleden  geoordeeld dat een arts zo nodig van de richtlijnen mag en soms zelfs moet afwijken als hij dat in een specifiek geval in het belang van de patiënt acht. 

Regels onnadenkend toepassen houdt in dat je je eigen verantwoordelijkheid inruilt voor handelen gericht op een standaard situatie. Maar als ik een patiënt behandel, dan zie ik geen standaard patiënt, maar  een uniek mens. 

De inspectie verwijt mij dat ik in een aantal gevallen het middel ivermectine off label heb voorgeschreven.  

Gesuggereerd wordt dat dit ongebruikelijk is, maar niets is minder waar: de realiteit is dat maar liefst de helft van de in Nederland voorgeschreven recepten off label medicatie betreft, zoals de minister zelf in antwoord op Kamervragen heeft toegegeven. 

Ik noem bijvoorbeeld het middel quetiapine, dat zeer veelvuldig als slaapmiddel wordt voorgeschreven maar ernstige bijwerkingen kan hebben en de richtlijnen wordt afgeraden. 

Ik noem ook het middel remdesivir, waarmee mensen met COVID 19 wel mochten worden behandeld. Het was  een nieuw middel waarmee geen ervaring was en dat risico’s met zich meebracht. Op de dag dat de WHO in haar rapport het gebruik van dit middel expliciet afraadde, reageerden ambtenaren bij WVS, en ik citeer: “het is aan de arts om te bepalen hoe medicijnen worden gebruikt”.

Dat is wel heel wrang, want dat is precies wat wij als aangeklaagde artsen deden. 

Als voorbeeld van off label voorschriften mogen de corona vaccins niet onvermeld blijven, waarvan de EMA schriftelijk bevestigde dat zij niet zijn geregistreerd voor het voorkómen van besmetting. Toch werden ze, nota bene door de toenmalige minister, gepromoot met de slogan ‘je doet het voor een ander’.

 ‘Follow the science’ werd ons voorgehouden. Maar hier werd de wetenschap niet gevolgd, maar juist met voeten getreden. Want de minister wist heel goed dat hij loog zoals expliciet bleek uit een mail van 9 december 2020 die via WOO verzoeken openbaar geworden is. 

Als iemand zich hier voor de  rechtbank zou moeten verantwoorden dan zou het een liegende minister moeten zijn, en niet een groep integere artsen die geen enkel  ander doel hadden dan hun patiënten te helpen. Het is de wereld op zijn kop. 

En wat te denken van het middel Ozempic, geregistreerd voor diabetes, maar off label voorgeschreven voor gewichtsreductie op een zodanig grote schaal dat er een tekort ontstond voor diabetespatienten. Voor dit middel wordt zelfs onverholen publieksreclame gemaakt. Nooit trad de Inspectie op tegen het off label gebruik van deze middelen of van welk ander middel dan ook. Maar bij het onschuldige ivermectine stond zij ineens op haar achterste benen. Dat is medisch gezien volstrekt niet uit te leggen. 

Met rechtszekerheid of rechtsgelijkheid heeft dit alles natuurlijk niets, maar dan ook niets te maken. En ik vraag u: Is dit recht? Nee, natuurlijk niet, dit is zo krom als een hoepel. 

Edelachtbare rechters,  de voorbeelden die ik zojuist noemde betreffen stuk voor stuk off label gebruik en in het geval van de prikken betreft het zelfs off label gebruik dat van overheidswege met aan dwang grenzende drang is gepromoot en opgedrongen. Onze minister suggereerde zelfs dat je zonder vaccin geen recht had op een IC bed, want de zorg stond onder druk. 

Ondertussen werden integere dokters beboet, artsen die de zorg juist ontlastten en die IC opnames voorkwamen. Die geen ander doel nastreefden dan hun patienten te helpen met middelen waarvan het veiligheidsprofiel volstrekt niet ter discussie staat. 

De inspectie heeft ons het hemd van het lijf gevraagd – maar één vraag werd nooit gesteld en dat is de vraag: “hoe ging het nu eigenlijk met de patiënten die jullie hebben behandeld?”

Daarvoor heeft de inspectie tot op de dag van vandaag geen enkele belangstelling getoond, maar ik geef u toch het antwoord: al onze patiënten zijn genezen. 

En toch sta ik hier terecht. Waarom? Omdat ik mijn morele kompas niet te grabbel wenste te gooien. De artsen die dit dit deden handelden niet uit eigenbelang. Nee, juist wij waren degenen die het écht “voor een ander’ deden. 

Ik sta terecht voor het gebruik van een middel dat door de WHO is betiteld als een van de veiligste geneesmiddelen ter wereld. Een middel waarmee een enorme ervaring is van miljarden doses over een periode van tientallen jaren.

We wisten dát het werkte, we wisten zelfs hóe het werkte – en dat het veilig was. Wie een arts zonder inhoudelijke reden verbiedt om een dergelijk middel aan zijn zieke patiënt te geven vraagt van die dokter echt het onmogelijke. 

Door het handelen van de inspectie werd ik dan ook  geplaatst in een conflict van plichten: zou ik de wet volgen, dan liet ik de zieke in de steek. Zou ik de zieke helpen, dan dreigde vervolging. Maar ik heb een eed afgelegd en dat is bepaald geen loze belofte geweest. Als ik gedwongen word om te kiezen, dan kies ik voor het belang van de patiënt. 

Dokters die het waagden om voor hun patiënt te kiezen werden in het openbaar als kwakzalvers afgeschilderd door politici die hiermee een ultiem brevet van onbenul  afgaven.  

Wat is er toch in de politiek gevaren? 

Welnu, daar wil ik wel iets over zeggen. Recent is een rapport uitgebracht over het functioneren van de overheid in de afgelopen decennia. Onderzocht werd hoe vele jaren lang omgegaan werd met goedbedoelende mensen van wie op vaak zeer dubieuze gronden werd vermoed dat ze regels hadden overtreden. Het vernietigende rapport droeg een treffende titel: ’Blind voor mens en recht’. Het zal je maar gezegd worden. 

Dit rapport schetst een verbijsterend beeld van een overheid die elk gevoel van menselijkheid verloren is. Het ergste is,  zo stelt de commissie, dat zij niet lijkt te leren. 

Ik citeer: “het kan zo weer gebeuren”. 

Waarvan acte. Het gebeurt weer, en wel hier en nu. We zijn er op dit moment getuige van. Ditmaal worden integere artsen bewust geslachtofferd. Het is meer dan duidelijk dat de minister, en met hem de Inspectie die zich kritiekloos liet aansturen, ook hier blind was voor mens en recht.  

Het gaat hier om artsen die ondanks alle druk, hun verantwoordelijkheid niet inruilden voor rigide en onnadenkend handelen. Artsen die in tegenstelling tot de overheid níet blind waren voor de mens achter de patiënt. Van een arts mag niet, mag nooit verwacht worden dat hij zijn patiënt in de steek laat. Wij deden dan ook het enige wat een arts onder die omstandigheden kon doen: wij hielpen onze patiënten.

Nooit zullen weten hoeveel mensen onnodig zijn gestorven door de niet onderbouwde dreigingen van de minister, maar ik vrees dat het er velen zijn. Na de vorige zitting kreeg ik duizenden kaarten en brieven met steunbetuigingen. Daaronder ook een van een moeder van een nog jonge man die zijn leven in dienst van het land had gesteld en COVID 19 kreeg. Hij had heel graag een behandeling met ivermectine willen hebben maar het werd hem geweigerd. Hij heeft het helaas niet overleefd.

Zijn moeder stuurde mij een hartverscheurende brief waarin zij schrijft en ik citeer: “Ik heb wanhopig geprobeerd om het middel voorgeschreven te krijgen maar er was geen arts die het aandurfde uit angst voor de inspectie. Had ik toen maar geweten dat ik via u ivermectine had kunnen krijgen. Misschien had mijn kind dan nu nog geleefd“. 

Deze moeder is hier in de zaal aanwezig.

Wat het effect geweest zou zijn weten we niet. Maar dat haar zoon de kans niet eens kreeg om deze veilige behandeling te proberen is wat mij betreft onvergeeflijk. 

Ziedaar wat de inspectie teweeg gebracht heeft met deze volstrekt niet onderbouwde actie. 

En ik vraag u tot slot nogmaals:  

Wat voor dokter zou u aan uw bed willen als u zelf ernstig ziek was? Een arts die u uit angst en lafheid liever letterlijk laat stikken dan buiten de lijntjes te kleuren? 

Of een echte menselijke dokter, die vanuit zijn professionaliteit en medemenselijkheid alles op alles zet om u te helpen?

Geachte rechters, ik behoor tot de laatste categorie. Ik heb gehandeld uit oprechte compassie, zonder enig ander motief. Daar sta ik nog steeds volledig achter – en wel met een loepzuiver geweten. 

Als de wet zó onduidelijk is dat zelfs rechtsgeleerden daarover van mening verschillen, dan ben ik er snel uit: ik kies voor het belang van mijn patiënt. 

Dan geldt voor mij de Wet van de Medemenselijkheid. 

Een boete zou begrijpelijk zijn als ik een patiënt in steek gelaten zou hebben. Dat is precies wat de Inspectie van mij vroeg: om mijn patiënten een mogelijk effectieve behandeling te onthouden. Maar gezien de goede effecten van dit middel kon ik dat onmogelijk verantwoorden. 

Als uw rechtbank toch van mening is mij te moeten beboeten omdat ik mijn geweten volgde en mijn patiënten geholpen heb zoals elke dokter dat zou moeten doen dan zeg ik u, vrij naar een een befaamd theoloog: 

“Hier sta ik. Ik kan niet anders”

Dank voor uw aandacht.  “

Wilt u een directe link naar een pagina met alleen de tekst van het verweer? Klik dan hier.

De Wet van de Medemenselijkheid, deel 2

Anders dan de overheid waren wij niet blind voor mens of recht.

Anderhalf jaar geleden beschreef ik in De Wet van de Medemenselijkheid, deel 1 hoe ál te rigide regels een behandeling vanuit medemenselijkheid in de weg kunnen zitten.

De toenmalige minister voor (of was hij nou tegen?) Volksgezondheid ontstak in woede toen hij bemerkte dat er dokters waren die menselijke zorg boven de regels stelden. Hij gaf de Inspectie opdracht om hen zo hard mogelijk aan te pakken, want regels zijn regels, en ‘bevel is bevel’, luidde zo ongeveer zijn vertaling.

Ironisch genoeg  verscheen recent een onderzoeksrapport waarin het handelen van de overheid bij een vermeende overtreding van regels in de laatste decennia op genadeloze wijze werd gefileerd. Het rapport had de treffende titel ‘Blind voor mens en recht’.

Duidelijker en treffender kon een contrast tussen het ideaal van medemenselijkheid en de realiteit van het overheidshandelen haast niet verwoord worden.

Een overheid die jarenlang structureel blind is geweest voor mens en recht zou  na zo’n vernietigend rapport natuurlijk maar één ding kunnen doen. Zij zou met het diepe schaamrood op de wangen als de wiedeweerga een Wet van Medemenselijkheid moeten aannemen en zich vervolgens in al haar blinde voltalligheid met pek, veren en gezwinde spoed uit de voeten moeten maken om nooit weder te keren. Volgens mij was dat ook zo’n beetje de boodschap van de laatste verkiezingsuitslag – maar goed, dat is een onderwerp voor een andere column.

Het eerste deel van het stuk over medemenselijkheid ging over de rechtszaak die een aantal artsen, waaronder mijzelf, werd aangedaan omdat wij weigerden te buigen voor de immense druk van de inspectie, welke zich kritiekloos had laten misbruiken door de minister. Daarvoor is zij inmiddels door de rechter stevig op de vingers getikt. Het -onwettige-  doel van de inspectie was, zoals het vonnis zo treffend beschrijft, om ‘lastige’ artsen tot de orde te roepen. Dat laatste wil tot dusver niet zo vlotten, want een groepje dokters houdt hardnekkig vast aan de eed. En dat past kennelijk niet zo goed in de agenda die de minister in zijn hoofd had. Het kan zo eens tegen zitten.

Inmiddels zijn de eerste twee van deze groep artsen vrijgesproken. De boetes zijn vernietigd en de minister moet proceskosten betalen. Nou ja, eigenlijk moeten u en ik die betalen, want hiervoor wordt gewoon in de belastingpot gegraaid, net zoals dat gebeurt met de enorme boetes die de overheid opgelegd kreeg wegens het achterhouden van informatie na WOO verzoeken. De rechterlijke macht wordt door de overheid selectief ingezet: ‘lastige’ artsen die hun patiënten naar beste inzicht willen helpen krijgen een stevige boete, maar zelf negeert de overheid onwelgevallige  vonnissen.

Onwelgevallige artsen worden vervolgd en stevig beboet: onwelgevallige vonnissen daarentegen worden genegeerd: voor  de boetes die dit de overheid zelf oplevert laat zij de burgers opdraaien. Leuker kan de overheid het helaas niet maken, makkelijker wel.

Voor zichzelf dan, wel te verstaan.

Inmiddels zijn de eerste lastige dokters dus vrijgesproken en oordeelde de rechter dat niet die dokters fout zaten, maar de inspectie, die zich liet misbruiken als de verlengde arm van een wraakzuchtige minister. De uitspraken bieden hoop voor de artsen wier zaken nog moeten voorkomen.  Want de argumenten die tot vrijspraak leidden, gelden uiteraard voor ons. Welnu: aan het eind van deze maand word ik bij de rechtbank verwacht. Wat staat me te wachten?

De aanklacht gaat over het voorschrijven van een van de meest veilige middelen die we kennen. Het middel, waarmee we enorm veel ervaring hebben,  was niet geregistreerd voor COVID. Dat heet off label en dat gebeurt heel vaak. Bijvoorbeeld met vaccins, waarmee we nauwelijks ervaring hadden en die niet geregistreerd waren voor het voorkomen van overdracht  – maar die daarvoor wel werden aangeprezen (lees: opgedrongen. Dat was dus ook off label. Maar goed, dat mocht dan weer wel, dus ik raad u aan om niet te proberen hier ook maar enige logica in te zien).

De zaak zal behandeld worden door de Meervoudige Kamer: maar liefst 3 rechters gaan zich buigen over de vraag of ik de wet heb overtreden door dit off label voorschrijven.

U leest het goed: kennelijk vinden deze ervaren juristen de vraag dermate ingewikkeld dat ze zich er met zijn drieën over moeten buigen. Ze mogen er zelfs 12 weken over nadenken alvorens het vonnis gewezen hoeft te worden. Samen hebben ze dus maar liefst 36 weken bedenktijd.

Dat doet de wenkbrauwen toch even fronsen. Want als drie ervaren rechters zo ontzettend lang moeten nadenken over de vraag hoe de wet moet worden uitgelegd, hoe kan dan van een eenvoudige dokter, midden in een pandemie met zijn poten in de modder, verwacht worden dat hij die wet ter plekke binnen een kwartiertje op de juiste wijze interpreteert?

Ik geef u het antwoord: die dokter zit daar op de rand van het ziekbed echt niet met een 24-delige uitgave van het Wetboek op schoot. Welnee, die dokter praat met de patiënt, legt een hand op diens arm, leeft mee, denkt mee en kiest in samenspraak met de patiënt voor de behandeling die op dat moment, voor die patiënt, het beste lijkt. Hij zíet de patiënt en is, in schril contrast tot de overheid, niet blind voor diens nood. Medemenselijkheid noemen we zoiets. Ooit van gehoord, overheid?

Wie is er eigenlijk benadeeld door deze behandeling? Helemaal niemand, behalve dan vermoedelijk de vaccinproducent. Het zal me niet verbazen als Pfizer nog een claim bij ons gaat indienen wegens gederfde inkomsten.

Over drie weken zal ik aan die drie rechters gaan uitleggen wat het betekent als je de Wet van de Medemenselijkheid in de praktijk brengt. En dat het wel lijkt te gaan om off label recepten, maar dat de inspectie zich in werkelijkheid heeft laten misbruiken voor een heel ander doel. Zo dadelijk pak ik de pen ter hand en ga ik mijn verweer schrijven. Ik zal er een heel duidelijk stuk van maken, en dit verhaal wordt vervolgd. Net als ik.

Blogdoⓒ

Brief aan mijn kleindochter

Net als ik houdt ze ook heel veel van mijn vrouw.

“Alle wijsheid begint met verwondering“

Socrates 

Lieve Naïa, 

Daar ga je dan, samen met papa en mama, terug naar huis in Portugal. Ik zwaai je uit, tot de auto niet meer zichtbaar is. Nee, ik zwaai nog wat langer, gewoon voor de zekerheid want na wekenlang logeren gaan we je weer heel erg missen en zolang ik zwaai ben je volgens mij nog niet echt weg.

Het is nog maar een jaar geleden dat je, omringd door liefde, bij ons thuis werd geboren. Hoewel het zomer was, leek het wel een kerstverhaal. Je zwangere ouders hadden geen woning meer in Nederland, maar hier in ons huis, een oude herberg, was natuurlijk plaats voor je geboorte. We maakten een knusse plek voor jullie in het atelier, dat al zoveel functies gehad had. Eerst maakte oma er prachtige schilderijen, later hadden we er een verboden restaurant voor gedisqrimineerde vrijheidsstrijders. Energetisch gezien kon je je vermoedelijk geen betere, fijnere en symbolischer plek wensen om geboren te worden. Misschien is dat wel de oorsprong van die vrije, open blik in je prachtige ogen. 

Papa en mama deden het heel knap. Toen de weeën begonnen werd de vroedvrouw doodleuk in de tuin geparkeerd – want bevallen is een natuurlijk proces. De kraamzuster werd luttele minuten na aankomst vriendelijk doch beslist weer huiswaarts gestuurd – want een liefhebbende familie volstond. En de dame van het consultatiebureau die enkele dagen later aan de deur stond mocht na een kopje thee weer onverrichterzake vertrekken – want vertrouwen in natuur en intuïtie. Tijdens je eerste levensmaanden woonde je, heel knus, met papa en mama bij ons. En wat hadden we het gezellig!  Voor even ging je weer terug naar je huis in de adembenemend prachtige Portugese natuur die voor ons zo bijzonder en voor jou zo vanzelfsprekend was. 

Maar luttele maanden later was je weer terug en in de afgelopen weken mochten we weer elke dag van je genieten. We hebben je eerste schaterlach mogen horen, we mochten zien hoe je leerde opstaan, vallen en weer doorgaan, hoe je de techniek van het speedkruipen onder de knie kreeg. We zagen hoe nieuwsgierigheid je dreef om op trappen te klimmen om vervolgens niet meer terug te kunnen, hoe je snel en effectief kasten leeg haalde, in de vaatwasser kroop en, heel loyaal, mijn belastingaanslag verscheurde. We zien hoe super trots je bent, elke keer als het lukt om even op je eigen benen te staan. Hoe je een eigen persoonlijkheidje wordt. 

Je fascinerende gebrabbel, je vragende intonatie: want alles is nieuw en verwondert. Nog even en je kunt beginnen met praten. We kunnen niet wachten om te horen wat je te zeggen hebt. Want zo maak je nog meer contact, echt contact met de mensen om je heen. Zo leer je niet alleen hén kennen, maar ontdek je ook wie je zelf bent. Als je wat verder bent kun je zelfs nadenken over de wereld. En, hoe gek het nu ook klinkt, je zou later zelfs een eigen mening kunnen gaan krijgen… Dat is trouwens niet altijd even gemakkelijk. Later leg ik je nog wel eens uit wat ik daarmee bedoel, nu nog maar even niet. Je bent immers nog maar net begonnen om de wereld te begrijpen. Wij trouwens ook. 

Over een tijdje zul je van je ouders leren dat de wereld aardig is, en mooi. Dat veel mensen lief zijn en heel erg hun best doen om de wereld mooier te maken voor kinderen zoals jij. Maar lieve Naïa, over een tijdje  -maar nu nog lang niet- zul je leren dat die mensen het niet altijd gemakkelijk hadden. Soms werden ze geplaagd, of mochten ze zelfs niet meer mee spelen. Dat is niet erg lief natuurlijk. Doe daar maar nooit aan mee, want net als jij wil iedereen in een mooie wereld leven. En ik voel helemaal dat dat met jou moet lukken. Dat kan gewoon niet anders, met jouw lachende, blije oogjes. Twee helderblauwe knikkertjes boven de rand van het bed als je wakker wordt. Met je kleine vingertje, dat overal heen wijst als ik met jou op mijn arm door de tuin loop. Dan wil ik je al het moois laten zien, maar besef ik plots dat jij het juist bent die aan míj leert om  -nu pas-  echt goed te kijken en te luisteren. Door jouw wijzende vingertje krijgt het begrip ‘wijsheid’ dan ook ineens een heel nieuwe betekenis. Want jij verbaast je over elk takje aan een boom, reikt me een verdroogd maar juist daardoor prachtig gekruld blaadje aan en laat me zien dat het eigenlijk een klein kunstwerk is. Samen verwonderen we ons over een spinnetje dat zachtzuivere zilverdraadjes spint van links naar rechts. Zo mooi, zo kwetsbaar kan verbinding eruit zien. Door jou gaan alle zintuigen open en ga ik begrijpen dat het zoemen van de bijen een antwoord is op het zachte gefluister van de bloemblaadjes, alleen hoorbaar voor wie totaal onbevangen kan luisteren. Flinterdunne vlindervlerkjes fluisteren nooit eerder ontdekte geuren naar ons toe. Hun zwakke bries blaast door je goudblonde haartjes, zacht als een zonnezucht, om tenslotte te verdwijnen in een grote leegte waarin zingzaggende vogels gewichtloos jubelen. Ik houd mijn adem in: zonder jou zou dit alles aan mij voorbij gegaan zijn. 

Maar inmiddels knabbel je met volle aandacht en kleine elfenhapjes in alle rust aan een vers geplukte braam. Langzaam en voorzichtig  onderzoekend zet je je nieuw verworven tandjes in de breekbare huid van een kleine tomaat, en onderwerp je de minuscule pitjes ėėn voor ėėn aan een nauwgezette inspectie. Alles wat je ziet, voelt en proeft is nieuw: al je nieuwe ontdekkingen, een web van uit nieuwsgierigheid gesponnen draden, vormen een doorzichtige deken van zachte verwondering. Samen met jou verbaas ik me. 

In het  stoeltje aan het stuur van de fiets word je enthousiast van een vogel in de lucht, van wuivend riet en de wind in je gezicht. Ritmisch wiegt je kleine lijfje mee in je stoeltje als oma en ik samen lang vervlogen liedjes voor je zingen: een hobbelige weg is niet langer lastig maar wordt een feestje, want jouw lang aangehouden “aaaaaa” wordt fijntjes vertrild tot kleine stukjes stemstaccato. 

Thuisgekomen trappel je van plezier als je knuffel-elandje vol zacht verlangen op je zit te wachten. Je krijgt niet genoeg van het verhaal van Nijntjes verjaardag, ook niet als ik het voor de tweehonderdzesenveertigste keer voorlees. En steeds als Nijntje haar verjaardagskadootje krijgt is het weer spannend, en kraaien we het samen uit van enthousiasme zodra ze het heeft uitgepakt…. 

Lieve Naïa, door jou zie ik pas echt hoe mooi de wereld kan zijn: voor jou en alle kinderen zoals jij moeten we zorgen dat dat ook gebeurt. Hoe klein je ook bent, je bent groots als lichtpunt in een tijd die de laatste jaren niet altijd gemakkelijk en fraai was. Maar net als onze kinderen ontsteek jij een onuitputtelijke bron van liefde en gedrevenheid, laat je ons ten diepste voelen wat ons te doen staat en waarom.

Aan ons als volwassenen de taak om jou te laten ervaren hoe liefde, respect en verdraagzaamheid de bouwstenen vormen voor alles wat de wereld en het leven de moeite waard maakt. In dat ene jaar heb je ons leven enorm verrijkt: verwondering en verrukking vermengden zich tot ontroering toen je ons de lessen leerde over de prachtige eenvoud van geluk. 

De tijd is voorbij gevlogen. De auto is de bocht al om, maar ik blijf ook nu weer zwaaien, want inmiddels weet ik het zeker: zolang ik dat doe ben je nog niet echt weg. 

Lieve Naïa, kom nog maar vaak terug. Je opa kan nog zóveel van je leren. 

Dit blog is eerder gepubliceerd in nummer 9 van het Magazine We are Pioneers, een magazine met positieve berichtgeving in veranderende tijden.

Kerstwens

Enkele gedachten over de betekenis van wensen

bron: nadapost.com

Wat is de kerst toch een mooie tijd. Warme sfeer, gezellige avonden. Vroeger puilde de brievenbus uit met kerstkaarten. Nu floept de ene na de andere digitale kerstwens uit mijn telefoon. Minder persoonlijk misschien, maar wel CO2 neutraal en dat is uiteraard waar het leven om draait. Wensen als vrede, voorspoed, verbinding lijken wel wat op de wensen van vorig jaar die, de eerlijkheid gebiedt het te zeggen, helaas niet allemaal compleet waargemaakt zijn. Nieuwe ronde, nieuwe kansen, want ik ben een mens van hoop en optimisme. Maar temidden van de wensen voor een vredige kerst, de een nog idyllischer dan de ander, weiger ik desondanks mijn ogen te sluiten voor de realiteit van de dag: een vluchtelingenkamp in Gaza dat, nota bene in de kerstnacht, met bommen werd bestookt. En dat kort nadat iemand namens ons land in de VN weigerde om een resolutie voor een staakt het vuren te steunen.

Wat een diep beschamende vertoning. Een vluchtelingenkamp! Bommen in de kerstnacht op weerloze, dakloze mensen die op de vlucht zijn. En dan ook nog eens in de regio van Jezus’ geboorte. Veel wranger en wreder, veel zieker kan de symboliek niet worden.

Ik zie wanhopige, ontredderde, ontheemde en ontmenselijkte medemensen, kinderen ook, die niets anders willen dan beschutting, veiligheid, schoon water, een arm om zich heen. Noem me een mopperaar of een spelbreker. Noem me wat je wilt. Maar tussen de de geanimeerde appjes met vrolijke winterse landschappen, ‘johoho’-ende kerstmannen en proostende gezinnen in kerstoutfit blijven mijn gedachten toch echt hangen bij de onbeschrijflijke ellende die deze arme mensen overkomt. En ik vraag mij af: wat zijn we met zijn allen eigenlijk aan het doen? In welk slecht toneelstuk bevind ik me? Hoe lang willen wij hardnekkig doorgaan om bij ingewikkelde onderwerpen massaal onze kop in het zand te steken?

Als we daar niet op zijn minst bij stilstaan en, beter nog, even met elkaar bespreken wat wij kunnen doen, hoe klein ook, dan is elke vrolijke kerstwens een lege huls, een gratuite kreet zonder inhoud en niets meer dan dat. “Ik kan me niet overal druk om maken, ik wil gewoon een leuk leven”, hoor ik regelmatig om me heen als excuus om niets te doen. Ik kan het werkelijk niet aanhoren. Er komt een tijd dat je de vraag krijgt wat je gedaan hebt, maar vooral wat je niet gedaan hebt.

Wat ik eenieder gun, is een zinvol leven, dat bijdraagt aan een betere wereld, aan verbinding tussen mensen, aan eerlijkheid en transparantie. Als we dat kunnen en mogen doen, en dat kunnen we allemaal, dan wordt het leven voor vele mensen een stuk mooier en waarachtiger en misschien komt vrede dan een beetje dichterbij. Maar om mooie dingen tot stand te brengen moet je eerst durven aanschouwen wat lelijk is.

Ik wens iedereen van harte hele goede en zinvolle feestdagen, al besef ik dat die voor velen niet weggelegd zijn. Mogen onze voornemens voor het komend jaar oprechte wensen zijn waaraan wij allen actief gaan werken.

Blogdoⓒ

Meld je aan om niets te missen

Mijn blogs verschijnen voorlopig nog op Linked in maar worden steeds sneller verwijderd. Wil je op de hoogte blijven als er nieuwe blogs verschijnen en ze hier teruglezen? Meld je dan aan en ik zorg dat je een bericht krijgt.