Skip to main content

Wel of niet de volgende COVID-prik? Enkele overwegingen bij de keuze

Geschreven door Blogdoc

(Een artikel geschreven voor mijn patiënten, gepubliceerd op mijn praktijkwebsite www.huisartsvingerhoets.nl)

Net als ieder najaar zullen binnenkort de uitnodigingen voor de griepprik weer de deur uit gaan. Dit jaar komt daar ook de vraag bij of men zich (wederom) wil laten inenten tegen COVID-19. Dit is een dilemma waar velen nog niet uit zijn en dat is begrijpelijk, want er is nog veel onzeker. In het onderstaande zet ik een aantal overwegingen op een rij die bij de keuze wellicht behulpzaam kunnen zijn. 

Aanvankelijk was het verhaal duidelijk. De overheid voorzag ons van informatie die er ongeveer zo uitzag: COVID-19 was een ziekte die een vrij hoge sterfte leek te gaan hebben. Er kwam een prik, die super goed getest en veilig was. En daarmee zouden we niet alleen zelf beschermd zijn maar ook zouden we door die prik anderen beschermen, want we zouden  het virus niet meer overdragen. Tot slot zouden we er ook de lange nasleep ervan, long-COVID, mee voorkomen.

We zijn nu ruim 2 jaar verder en van het bovenstaande verhaal staat niet meer zo heel veel overeind. De sterfte aan COVID-19 bleek niet hoger dan die van een fikse griep. Bovendien had een grote groep mensen weinig van het virus te vrezen: de kwetsbare groep was goed te onderscheiden. De prik bleek niet te beschermen tegen infectie en evenmin tegen overdracht. Het  effect nam zeer snel af en bovendien bood de prik nauwelijks bescherming tegen long-COVID. Kortom: inmiddels kunnen we in alle eerlijkheid niet anders concluderen dan dat de overheidsinformatie over COVID-19 voor een groot deel niet klopte.

Er verschenen steeds meer berichten over soms (zeer) ernstige bijwerkingen van de injecties. Zelfs toen het prikken al was begonnen bleek dat sommige van de gebruikte middelen bleken alsnog ongeschikt waren voor bepaalde leeftijden. Na de start van het prikken bleek het ook landelijke sterftecijfer maand na maand hoger te zijn dan normaal. De overheid, die eerder gesteld had dat “vaccineren echt de enige oplossing” was,  liet pas na veel aandringen door de Kamer onderzoek doen. Niet door onafhankelijke instanties, maar door een instantie van diezelfde overheid. De conclusie was al snel dat er geen verband met de prikken was. Onafhankelijke experts hadden bedenkingen bij het onderzoek, maar kregen, tegen alle wetenschappelijke regels in, geen inzage in de gegevens. De reden die werd opgegeven was dat dat niet kon wegens de privacy. Dat argument was natuurlijk bijzonder ongeloofwaardig: nog geen jaar was immers iedereen verplicht om zijn privacy op te offeren terwille van vaccinatie- en herstelbewijzen. Bovendien kan onderzoek naar sterfgevallen heel goed anoniem gemaakt worden. Dit kan de reden dus niet zijn en het dus rijst de vraag wat de overheid wil verbergen. 

Dat laatste illustreert een nieuw element dat er bij gekomen is: een open en eerlijke discussie wordt de kop in gedrukt, hoe respectvol die ook gevoerd wordt. En juist dat maakt het voor velen zo moeilijk om de  afweging te maken: wil ik die 4e of zelfs 5e prik eigenlijk nog wel hebben? Want wie zoekt, vindt doorgaans niet de gezochte afgewogen en onafhankelijke informatie, maar nagenoeg alleen de argumenten die pleiten vóór prikken. 

Wat weten we inmiddels? Het lijkt er op dat de prikken voor kwetsbare mensen de kans op het krijgen van COVID-19 op zichzelf niet verkleinen.  Mogelijk verkleinen ze voor kwetsbare mensen wel de kans op een ernstig verloop daarvan. Maar wie zijn er nu kwetsbaar en wie niet? 

Kwetsbaar zijn met name bejaarden, mensen met ernstig overgewicht, mensen met ernstige hart- en longaandoeningen en slecht geregelde diabetes. Veel andere groepen zijn door de overheid ook als ‘kwetsbaar’ aangewezen, maar dit is niet meer dan een aanname:  bij de registratiestudies zijn de voors en tegens bij bijvoorbeeld mensen met een afweerstoornis helemaal niet onderzocht. Wellicht zijn zij ook kwetsbaarder voor de nadelen? 

Kinderen zijn niet kwetsbaar voor COVID-19 en hebben geen voordeel van de prikken. Onderzoek naar het effect van de prik bij kinderen is er vrijwel niet. Veel landen in Europa prikken hun kinderen dan ook niet of komen op die beslissing terug. Denemarken prikte eerst wel, maar noemt dat nu ‘een vergissing’. 

Daar komt bij dat een groot deel van de bevolking, geprikt of niet, inmiddels al een infectie met het COVID-19 virus doorgemaakt heeft. Dat betekent dat zij afweerstoffen hebben opgebouwd. Het lijkt er op dat een natuurlijke infectie niet alleen beter beschermt tegen varianten van het virus, maar ook veel langduriger bescherming geeft dan een prik. Het is dan ook de vraag of je wel een prik wilt nemen als je het virus al onder de leden gehad hebt. 

Kortom: hoor je tot de kwetsbare groepen en heb je het virus zelf nog niet doorgemaakt, dan kun je overwegen om je te laten prikken.  Maar wat zijn dan de nadelen? 

Daar wordt het opnieuw wat lastig. Want er zijn zeker aanwijzingen voor nadelen en bijwerkingen, soms zelfs ernstige, maar het is vaak moeilijk om keihard aan te tonen dat die van het vaccin komen. Dat komt mede omdat de fabrikant ons wat dat betreft zand in de ogen heeft gestrooid door al vroeg tijdens de onderzoeksfase de zgn. controlegroep ook te prikken. Zo kun je in feite de bijwerkingen niet meer betrouwbaar onderzoeken. Hierdoor kwamen namelijk de voordelen wel maar de nadelen niet naar voren en ontstond er geen eerlijk beeld van de werkelijkheid. En dat wist de fabrikant natuurlijk heel goed. 

Onderzoeken tonen enkele nadelen van de prikken aan, waarvan een aantal ernstig. Zo zijn er sterke aanwijzingen voor een vergroot risico op stollingsproblemen zoals hersentrombose en bloedingen bij sommige prikken. Bij jongeren zien we een toename van ontstekingen van de hartspier en het hartzakje. We weten uit dierexperimenten dat de minuscule deeltjes in de prik zich veel verder in het lichaam verspreiden dan aanvankelijk gedacht werd en onder andere in hersenen, beenmerg en eierstokken gaan zitten. De effecten daarvan op langere termijn zijn onbekend. Als je dit weet zou je natuurlijk moeten kijken hoe dat bij mensen zit. Maar dat is gek genoeg nooit onderzocht, dus niemand weet dat. En dan is er de nog altijd onverklaarde oversterfte, waarbij controle door onafhankelijke wetenschappers niet werd toegestaan. Dat voedt uiteraard het wantrouwen. 

Het is mogelijk dat voortgezet onderzoek deze nadelen weer wat kan relativeren. Maar het kan ook de andere kant op gaan. Het veelgehoorde argument is dat er aanvankelijk geen tijd was voor goed onderzoek gezien de urgentie van de situatie. Maar dan blijft overeind dat er nu geen geldige reden meer is om niet-kwetsbare groepen te prikken, al helemaal niet nu duidelijk is dat daarmee de de overdracht niet tegengehouden wordt. 

Wat is de conclusie van dit verhaal? De conclusie is dat dat niemand precies weet wat wijsheid is. Er zijn aanwijzingen voor een gunstig effect bij een beperkte groep. Er zijn ook  aanwijzingen voor nadelen. De oversterfte blijft vragen oproepen. Beide partijen blijken het vaak moeilijk te vinden om onzekerheden in hun verhaal toe te geven. En toch is dat het eerlijkst.

Enkele algemene richtlijnen zijn wel te geven. 

-Kinderen hebben nauwelijks iets te vrezen van COVID-19. Elk nadeel weegt dus al snel te zwaar. Het prikken van kinderen heeft geen nut en is dus strijdig met de opdracht die de arts heeft om als eerste niet te schaden. Gewoon echt niet doen dus, behoudens wellicht een zeer sporadisch geval op uitzonderlijke medische gronden. 

-Hoort u niet bij de kwetsbare groep of heeft u reeds een natuurlijke infectie doorgemaakt, dan zijn de voordelen van prikken voor u heel gering.

-Hoort u tot de kwetsbare groep en heeft u geen natuurlijke infectie doorgemaakt, dan kunt u een injectie overwegen. Hierbij  zult u zelf uw afweging moeten maken tussen de mogelijke voordelen en de deels onzekere nadelen. 

Het zou vanzelfsprekend moeten zijn dat u hierover met uw arts open over kunt praten om zo samen een optimale afweging te maken. Helaas heeft niet iedereen het gevoel dat die mogelijkheid er is. 

Dat alles kan maar tot één slotsom leiden: u maakt uw eigen overweging op basis van wat voor u persoonlijk het zwaarst weegt, waar nodig en mogelijk samen met uw arts. Drang of dwang tot prikken, direct of indirect, is niet verdedigbaar. De zelfbeschikking over uw lichaam moet te allen tijde overeind blijven. 

 Natuurlijk zijn onze medewerkers en ik altijd bereid om indien gewenst met u mee te denken in een open gesprek waarbij de uiteindelijke beslissing uiteraard altijd bij uzelf ligt. Úw lichaam, úw beslissing. 

Jan Vingerhoets, huisarts

Comments (12)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

26
aug, 2022
Jan Vingerhoets

Populair

Meld je aan om niets te missen

Mijn blogs verschijnen voorlopig nog op Linked in maar worden steeds sneller verwijderd. Wil je op de hoogte blijven als er nieuwe blogs verschijnen en ze hier teruglezen? Meld je dan aan en ik zorg dat je een bericht krijgt.